Aan de bak

Eindelijk. De mail van trainer Rob was binnen, de bijlage goed bestudeerd en maandag mocht ik dan toch echt aan de bak: trainen voor DE marathon. Niet dat ik voor de mail niet mocht rennen, maar op een of andere manier had ik bedacht dat het mij goed zou doen even wat minder te lopen. Of eigenlijk helemaal niet, op één vaste avond na waarop ik met mijn mede running junkies een rondje A’dam doe. Tijdens die twee weken leek het een goed idee. Niet nadenken over lopen, over op tijd eten of waar je het best kunt lopen als het al donker is. Geen planning, geen gedoe en vooral even niets moeten van mezelf.

Op momenten dat het met windkracht 10 over de dijk raasde en mijn huisgenootje braaf naar buiten stapte voor een kilometer of vijftien leek het zo fijn om even niet te hoeven. Maar nu ik weer twee trainingen achter de rug heb ben ik compleet overtuigd van het tegenovergestelde. De afgelopen twee weken waren namelijk helemaal niet zo fijn. Nee, ik hoefde niets van mezelf, maar ik was wel uitgeblust, zat niet lekker in mijn vel en zelfs een tikkeltje chagrijnig. Nu pas zie ik dat dat niet kwam door de donkere dagen, of omdat ik het druk had met van alles. Het kwam gewoon omdat mijn lichaam en geest het lopen nodig hebben. Het lijkt uitputtend, maar het geeft juist zoveel energie en inspiratie.

Gister mocht ik weer. Ik kwam thuis na een slopende dag van 12 uur werk. Het was donker, koud en het regende alsof al het water dat tijdens mijn looploze weken had moeten vallen zich opgehoopt had. Wachtend tot het moment dat ik op mijn gloednieuwe New Balancejes een voet buiten de deur zou zetten. Het regende zo hard, dat er een klein meertje in mijn mouw ontstond en ik vreesde voor het voortbestaan van mijn telefoon. Ik sopte door mijn schoenen en zag geen fuck meer dankzij de combinatie regendruppels, condens en bril. En toch kwam ik ontzettend gelukkig thuis. Dacht geen moment meer aan die lange werkdag en besefte mij dat jezelf trakteren op twee looploze weken een van de domste dingen is die je kunt doen. Volgende keer beloon ik mezelf wel weer met dat veel te dure nieuwe loopjasje.

Advertentie

Dreamteam

Ja, het is gelukt! Ik zit in het Runner’s World dreamteam! Wow. Bijgekomen van het telefoontje van één van de redacteuren dringt het voor de volle 100% door: dit jaar geen winterdip waarin nauwelijks gelopen wordt. Geen excuses meer die ervoor zorgen dat ik onder mijn wekelijkse rondjes uitkom. Tijd om heel-heel veel kilometers te gaan maken: ik ga in 2013 een marathon lopen.

Oké, even terug naar waar het begon. In oktober dit jaar liep ik de halve van Amsterdam. Het ging per-fect. Met een smile van oor tot oor rende ik de stad door en nog hartstikke fris finishde ik in het olympisch stadion in een tijd waarvan ik nooit had verwacht dat ik ‘m zou lopen op de halve. 1.53. En dat terwijl ik niet eens moeite gedaan had om snel te lopen of een PR neer te zetten. Euforie alom.

De halve marathon after party duurde minstens een week in mijn hoofd. Op de fiets, tijdens het boodschappen doen en voor ik in slaap viel kon ik alleen maar dat magische getal herhalen: 1:53, 1:53, 1:53! En toen kwam het besluit. Het besluit dat denk ik alle mensen met een liefde voor lopen op een dag nemen: ik wil een marathon rennen.

Iets waarover ik natuurlijk al vaker had nagedacht, maar nog nooit op zo’n serieuze manier. Maar ik ben 23, jong, fit en de halve ging extreem lekker. Waarom zou ik het ook niet doen? Dit is het moment!

In de Runner’s World las ik vervolgens de oproep: meld je aan voor het dreamteam en wie weet ren je met RW de marathon van Rotterdam. Ik schreef een motivatie, klikte op send en een paar weken daarna kwam dat telefoontje. “Je bent gekozen voor het dreamteam, wil je nog meedoen?”.

JA!

JA, ja, ja, ja, ja, jaaaa!

Let’s kick some kilometers. Go team!

Chris, Caroline, Udjen, Hans, Nydia & Steven

Chris, Caroline, Udjen, Hans, Nydia & Steven