De nieuwe Runner’s World ligt in de winkel en mocht je mijn column al gelezen hebben, dan is het je vast opgevallen dat het stukje een nogal merkwaardig eind had. Dat klopt, want de laatste twee alinea’s zijn per ongeluk niet afgedrukt. Later meer hierover, maar hier eerst mijn column uit het vorige nummer.
Een ode aan vriendin Maaike, die je als WordsToRunBy-lezer vast al eens voorbij hebt zien komen. Ze duikt regelmatig op in mijn posts en staat zo nu en dan model als ik wat nieuw hardloopbeeld kan gebruiken (het meisje met het roze jasje dat op veel foto’s terugkomt is Maaike!). Met en dankzij haar begon ik met hardlopen. Hier ons verhaal:
Meisjesdingen
Tijdens gymles op de middelbare school moesten we eens in de zoveel tijd het beruchte rondje Praamgracht rennen. Ik heb het nog eens nagezocht en het blijkt maar een kilometer of drie te zijn, maar in die dagen hadden mijn beste vriendin en ik er de grootste moeite mee. Tot op het punt dat we het liefst zouden valsspelen door een paar honderd meter mee te liften op een scooter. Deden we niet natuurlijk, want al was het een roteind, je kon wel prima de msn-gesprekken met de knapperd evalueren.
Enkele jaren later begonnen we als huisgenootjes met iets dat je het best kunt omschrijven als joggen, afgewisseld met stukjes wandelen en nu staan we opeens samen in een felverlicht pashokje onze marathonoutfits samen te stellen alsof het niets is.
Qua hoeveelheid stof komt ‘niets’ ook wel in de richting van wat het is. De nieuwe zomercollectie wordt namelijk gekenmerkt door de woorden ultrastrak en korter-dan-kort en dat alles in de kleur neongeel. ‘Kan dit?’ ‘Alleen als je het fijn vindt dat mensen je ondergoed erdoorheen kunnen zien.’ ‘Maar als je nou alleen kijkt naar hoe het zit? Hoort het zo strak?’ ‘Ja, geen idee!’
Een maand geleden riep ze nog dat ze eruit zag als een rollade in haar hardloopjasje en was mijn bijnaam #dikkenydia, maar samen werkten we ons in het zweet tijdens Tabata-training en maakten we wat aanpassingen in ons eetpatroon. Om het af te toppen liepen we nog maar eens een halve marathon en nu voelen we ons fit en staan we dus te twijfelen over broekjes met een lengte waar bijzonder weinig vrouwen mee wegkomen.
‘We moeten de hele zomer trainen. Het wordt stikheet!’ ‘Maar je ziet wel echt alles hè? Van het idee alleen al krijg ik spontaan cellulitis.’ ‘Het gaat er niet om hoe je eruit ziet tijdens het lopen!’ In ieder geval steekt mijn bil er niet onderuit. Het lijkt me ongelukkig om halverwege je training het een en ander terug te moeten duwen.’ Terug in de winkel gooien we er de jaarlijkse zomerdiscussie nog maar eens in (kun je nou wel of niet rennen in alleen een sport-bh?) en evalueren we de Facebookberichten van meneer W.
Ja, de afstand is misschien iets bijgesteld en twijfel over het gebruik van scooters tijdens de race is vervangen door twijfel over waterbelts, maar verder is er in die tien jaar ook eigenlijk niets tussen ons veranderd. Fijn!